Het ministerie van VWS heeft het voorstel over het vermelden van BIG-nummers door artsen en andere zorgverleners aangepast. BIG-nummers hoeven niet meer in facturen, op briefpapier en in ‘andere media’ te worden vermeld. Wel moet het nummer vanaf -naar verwachting juli 2020- te vinden zijn op websites, in digitale handtekeningen, in wachtkamers en wanneer daarom wordt gevraagd. Dit is de uitkomst van het overleg dat veldpartijen waaronder de KNMG, en het ministerie van VWS de afgelopen maanden voerden.

Commotie

Eerder lanceerde het ministerie van VWS een regeling zonder dat het veld daarover was geraadpleegd. Dat veroorzaakte veel commotie omdat de regeling een onevenredig grote administratieve belasting met zich meebracht. VWS beloofde daarop alsnog met het veld te overleggen en de regeling voorlopig niet te handhaven. Nu komt VWS dus met een aangepast voorstel.

Vermelding bij wisselende locaties en bij waarneming

Duidelijk is dat BIG-nummers alleen op websites, in digitale handtekeningen en in wachtkamers moeten worden vermeld als beroepsbeoefenaren zich daar ook als zodanig presenteren. Als namen van dienstdoende artsen of waarnemers bijvoorbeeld niet op websites of in wachtkamers worden vermeld, hoeven – volgens het nieuwe voorstel- hun BIG-nummers daar ook niet te worden vermeld.

In de nieuwe regelgeving is het de plicht van de beroepsbeoefenaar om te zorgen dat, áls hij/zij zijn/haar naam op websites of in wachtkamers vermeldt of ermee instemt dat zijn/haar naam daar wordt vermeldt, dan ook zijn BIG-nummer erbij staat.

 Als een arts wisselend of op veel verschillende plekken werkt, is het dus zaak dat hij/zij duidelijk afspreekt of het haalbaar is dat zijn/haar naam wordt vermeld met BIG-nummer en zo nee, om dan geen toestemming te geven voor publicatie van zijn/haar naam.